zaterdag 18 november 2017

Wat je van pijn kunt leren

Nek, rug of schouderklachten die maar blijven zeuren. Een opspelende buik, diepe vermoeidheid en stekende hoofdpijn die telkens terugkeren. Vage klachten, die niet altijd te duiden zijn vanuit medisch oogpunt. Ergens diep van binnen weten we het eigenlijk wel, maar vaak heerst het motto ‘niet lullen maar poetsen’ of ‘negeren, gaat wel weer over’ en hup, weer door. Soms nemen we medicijnen. Helpt dat? Is het daarmee opgelost?

Ongezonde pijn
Pijn is er in verschillende soorten en maten. We weten allemaal wat pijn hebben is. Pijn door een wond, pijn door stoten of vallen. Iedereen krijgt ermee te maken, iedereen kent het. Pijn die hevig kan zijn maar vanzelf wegtrekt. Anders is het met de klachten die maar niet over lijken te gaan. Dat noem ik ongezonde pijn. Hoe komt het toch dat we massaal dat soort pijnsignalen van ons lichaam negeren? Sterker nog, soms zijn we ons er niet eens bewust van. De wereld om ons heen gaat snel en wij gaan mee. Dus luisteren we ook niet meer, we staan niet meer stil. Maar pas als we even stilstaan gebeurt het; onze aandacht gaat naar binnen en we gaan voelen. Juist dáár ligt de sleutel; luisteren naar je lichaam. Hoe je dat doet? Dat kan op 1001 manieren. Ik weet wel waar het begint; bij bewustwording. En bewustwording begint weer bij je lichaam.
Wat is lichaamsbewustzijn?
Als baby ben je volledig één met je lichaam. Dat is alles wat er is. Punt. En alle signalen van je lichaam pik je op om je behoeften zichtbaar te maken; honger, dorst, natte luier aan je billen, slaap. Allemaal redenen om je te laten horen. Je lichaamsbewustzijn is groot. Maar, dan groeien we op en de wereld met al haar prikkels en impulsen om ons heen wordt groter en groter. Je gaat je aandacht verdelen; van alleen naar wat er binnenin je gebeurt naar wat er om je heen plaatsvindt en hoe je omgeving is. Daar ga je op reageren. Je wilt weten of het veilig is, of je het goed doet, of je er mag zijn. Je gaat je aanpassen, je socialiseert en het is zelfs zo dat we dan de signalen van ons lichaam leren onderdrukken of negeren. Want we zijn niet meer één met ons lichaam. Er is niks mis mee dat je leert hoe je je kunt handhaven in onze maatschappij; het is zelfs noodzakelijk. Alleen, het nadeel kan zijn dat je in de loop van je leven het contact met je lichaam zó ver verliest dat je de signalen die het geeft helemaal niet meer herkent. Vooral de meer subtiele signalen komen dan niet meer door.
Zonder lichaam geen leven
Lichaamsbewustzijn gaat dus over je fysieke lichaam. Je hebt je lichaam nodig om te leven, zonder je lichaam, geen leven. Zo simpel is het. Je hebt het er dus mee te doen. Het heeft slaap nodig, voedsel en verzorging. Als je er zo naar kijkt, lijkt je lichaam vooral een last. Maar als je goed naar je lichaam kunt luisteren brengt het je vooral veel voordeel. Je lichaam vertelt je namelijk wat je nodig hebt. Heel basaal: als je moe bent spoort het je aan rust te nemen. Als je honger hebt, om te eten. Maar er zijn er ook subtielere signalen die belangrijk zijn als je je vitaal en levenskrachtig wilt voelen. Want je lichaam geeft je niet alleen seintjes die met je fysiek welbevinden te maken hebben, ook je emotionele en mentale welzijn zijn verboden met je lichaam.
Wisselwerking tussen je hoofd en je lijf
Het geheim zit ‘m dus in bewustwording. Nou is ‘bewustzijn’ een enigszins spiritueel geladen woord. Want, het gaat om een vaardigheid die je (vaak) niet kunt vatten met je ratio of beredeneren. Met mijn ervaring als lichaamsgericht werkende coach, zie ik hoe diep rakend het is om lichaam en ratio te laten samenwerken. Want, ons lichaam reageert op alles wat wij denken en doen. Het lichaam laat je voelen en daarop reageert het hoofd weer. Is dat alles harmonieus, dan is dat goed voor het lichaam en hoofd. Zijn er dingen bij jou uit balans (je maakt je klein, je hebt last van je overtuigingen..) dan ontstaat er ook disharmonie in je lijf. En die ervaar je dan weer in de vorm van pijn, vermoeidheid en soms zelfs als een chronische ziekte. Je lichaam vertelt het je dus, alleen moet je er wel bewust van zijn, ernaar luisteren en er vervolgens iets aan willen doen.
Hoe komen die kwalen tot stand?
Een tijdje geleden las ik de volgende quote: ‘Als je lichaam fluistert, is dat een hint. Het wil dat je luistert, voordat het schreeuwen begint’. Kwalen kunnen groot worden omdat we onbewust zijn. Zijn we ons wel bewust van onszelf, dan luisteren we naar de signalen die het lijf geeft. En dat vergt werk; het zijn vaak ingesleten patronen geworden. Wanneer er emoties of denkpatronen in ons leven zijn waarvan we ons niet bewust zijn, bijvoorbeeld een grote boosheid die we niet zien of erkennen, dan gaat deze energie als een plekje ergens in je zitten. En het zijn precies deze plekken die ons lichamelijk functioneren verstoren. Met andere woorden, ziekte of pijn dwingt je eigenlijk tot zelfonderzoek. Je bewustzijn te vergroten en innerlijk te groeien.
Kijk eens op een andere manier naar pijn
Lichamelijke klachten die ontstaan door het ontbreken van bewustzijn roepen steeds harder door de pijn en het ongemak te versterken. Door met je bewustzijn naar de pijnlijke plek in het lichaam te gaan, geef je die plaats aandacht en verliest de pijn zijn noodzaak; de ziekte geneest of de klachten nemen af. Natuurlijk is het altijd aan te bevelen om een arts te raadplegen om medische oorzaken uit te sluiten of aan te pakken. Toch heb ik ook al ondervonden dat de twee manieren van kijken naar een ziekte of kwaal elkaar niet uitsluit. Sterker nog, lichaamsgerichte coaching kan heel ondersteunend werken in combinatie met een medisch- of revalidatie traject.
Je lichaam als gids
Fysieke klachten zijn vaak een symptoom van iets wat daaronder ligt. Beschouw je eigen lichaam als een belangrijke gids. Een goede en trouwe vriend, altijd dichtbij, die tot het einde bij je blijft. Er ligt heel veel wijsheid verscholen in je lichaam. Dus als je met je aandacht naar je lichaam gaat, goed luistert, dan wordt je heel wat wijzer. Maar dat laatste, luisteren, is vaak ook net het moeilijkste. Luisteren vereist openheid en het opzij zetten van al je vooroordelen en angsten. Als je deze stappen kunt zetten dan wordt het eenvoudiger en komt de stroom inzichten vanzelf op gang.
Kom in actie
Je weet zelf wat het beste wat goed voor je is. Dit idee kan een golf van twijfels en vragen oproepen. We zitten immers vol angst en leveren bergen kritiek op onszelf. Herkenbaar? We vinden het vaak veel gemakkelijker om de wijsheid van anderen te geloven dan onze eigen wijsheid. Ook de wijsheid van ons denken volgen we gemakkelijker dan die van het lichaam, want ratio heeft zich een hoog verheven status verworven in onze huidige maatschappij. Een lichaam bewustzijn coach werkt met jou aan je bewustzijn en jouw eigen rol in de klacht. Hij of zij kan je helpen om direct contact te leggen met je lijf zodat je erop gaat vertrouwen dat je diep in jezelf kunt vinden wat nodig is. En wie weet… zie je dan je pijn niet meer als klacht, maar als kans!

In mijn praktijk en in mijn workshops begeleid ik mensen die (meer) in contact willen komen met het gevoel, zodat er ervaren van binnenuit ontstaat. Dat werkt heel bevrijdend, zorgt voor inzichten en maakt dat je gaat leven vanuit wie je ten diepste bent. Wil je meer weten? Neem dan contact met mij op voor een intakegesprek.
Wil je een berichtje ontvangen als er een nieuw artikel verschijnt? Schrijf je dan in voor mijn nieuwsbrief.

Vegan blauwe bessen notentaartje met kokos (zonder oven te maken)


Voor dit zalige vegan taartje bomvol noten heb je geen oven nodig.
Wel een aantal uur of nachtje in de vriezer laten zitten voor een perfect resultaat.
Maar dan heb je een ontzettend jummie taartje. Enjoy...




Ingrediënten

Voor de bodem:
120 gram pecannoten
75 gram kopje macadamia noten (ongezouten)
40 gram kokosrasp
8 dadels
1/2 theelepel zout

Voor de 2 lagen vullingen:
600 gram cashewnoten (ongezouten)
250 ml kokosnootmelk
200 gram kopje rijststroop
6 theelepels citroensap
200 gram kokosnootolie
1 vanillestokje
2 keer een 1/2 theelepel amandelextract
200 gram verse blauwe bessen

Extra nodig:
Bakpapier
Brownie bakblik
Blender

Bereidingstijd: 30-40 min. Geen oventijd, wel 2 x 30 min in de koelkast en een paar uur of nachtje in de vriezer

Bereiden:
Bekleed het bakblik met bakpapier, zo dat het papier wat boven de randen uitkomt.

Om de bodem te maken
Snijd de dadels doormidden en in 2 stukken.
Voeg alle ingrediënten voor de bodem in een grote kom en mix door elkaar met een lepel.
Doe daarna alles in de blender en maal totdat het een zo egaal mogelijke massa is.
Eventuele grotere stukken eruit halen en opnieuw blenden.

Bedek de bodem van het bakblik met de notenmassa.
Druk stevig aan met een bolle kant van een lepel.
Zet het bakblik 30 minuten in de koelkast.

Ga verder met de eerste vulling
Doe in de blender: 300 gram cashewnoten en maal helemaal fijn.
Smelt 100 gram kokosolie in een pannetje op het vuur. En laat daarna afkoelen.
Voeg toe aan de blender met de gemalen cashewnoten:
125 ml kokosnootmelk, 100 gram rijststroop, 3 theelepels citroensap, 1/2 theelepel amandelextract.
Schraap de helft van het vanillestokje uit en voeg toe aan het mengsel.
Blend het geheel tot het een gladde pap is geworden.

Haal het bakblik uit de koelkast en schenk de pasta over de bodem.
Verdeel gelijkmatig.
Was 70 gram van de de blauwe bessen.
Verdeel de besjes gelijkmatig over de pasta.
Zet het bakblik weer 30 minuten in de koelkast.

Ga dan aan de slag met het maken van de 2e vulling
Herhaal bovenstaande handelingen om nog een keer eenzelfde hoeveelheid pasta te maken.
Voeg nu voor het blenden 90 gram blauwe bessen toe (bewaar er nog een aantal om te decoreren) en meng tot je een gladde pasta hebt.
Haal het bakblik uit de oven en schenk de past over de taart.
Zet een paar uur of nachtje in de vriezer.

Na het invriezen
Haal de taart voorzichtig uit het bakblik door het bakpapier naar boven te trekken.
Snijd met een groot mes een stukje van de zijkanten af zodat er een strakke taart ontstaat.
Laat de taart verder ontdooien in de koelkast, of daarbuiten als je 'm sneller wilt eten.
Net uit de koelkast is de taart het lekkerst. Bewaar de taart ook in de koelkast.

Voor de decoratie
Snijd de taart in blokjes.
Leg op ieder blokje een blauw besje ter decoratie.
Met een likje kokoscreme, vegan boter of kokosolie 'plak' je het besje vast.
Kruimel nog wat restjes van de bodem bovenop het taartje.

Eet smakelijk!















vrijdag 29 september 2017

Feestelijke cupcakes

Cupcakes; altijd lekker op feestjes, als traktatie op school... snel gemaakt, je kan ze invriezen en zo gezond of iets minder (...) maken als je zelf wilt. ;-)



Ingrediënten

(voor 12 cupcakes)

Beslag voor de cupcakes
125 gram biologische roomboter op kamertemperatuur of gesmolten kokosolie
2 eieren op kamertemperatuur
100 gram kokosbloesemsuiker
125 gram speltbloem
2 eetlepels water
2 theelepels wijnsteen bakpoeder

Extra nodig
Cupcake vormpjes en eventueel een cupcake bakblik
Decoratie eventueel... (rozijnen, hagelslag, prethagel, discospikkels... wat)
Mixer met beslag haken
Eventueel: eetbare lijm om de versiering aan te brengen

Bereiden
Verwarm de oven voor op 175 graden C. Zorg ervoor dat al je ingrediënten op kamertemperatuur zijn. Snij de boter in kleine stukjes of smelt de olie en doe het in een kom. Doe beetje bij beetje de suiker erbij en mix alles door elkaar op middelhoge snelheid. Hierdoor wordt de suiker goed opgenomen en het beslag straks luchtiger. Blijf mixen tot er een zo luchtig mogelijke massa ontstaat.

Voeg nu 1 voor 1 de eieren toe. Mix het beslag goed door met de mixer op middelhoge snelheid als je een ei hebt toegevoegd.

Voeg nu beetje bij beetje de bloem toe. Mix telkens de massa met de mixer op middelhoge snelheid als je een hoeveelheid meel hebt toegevoegd. Als laatste voeg je het water toe en mix je nog eens 1 minuut alles goed door elkaar met de mixer op middelhoge snelheid, tot een luchtig en glad beslag.

Pak je cupcake bakblik erbij met daarin de papieren bakvormpjes of vul de vormpjes zonder bakblik. Neem een eetlepel en schep een beetje beslag in het midden van het papieren cupcake vormpje. Met een tweede kleinere lepel of spatel schraap je het beslag van de lepel in het vormpje.

Vul de papieren bakvormpjes tot 2/3 vol. Zo kunnen de cakejes goed rijzen en zullen ze niet boven het papieren vormpje uit steken als ze klaar zijn. Hoe platter de cupcakes zijn als ze gebakken zijn, hoe makkelijker je ze kan decoreren.

Plaats de cupcakes in het midden van de oven. Open de ovendeur tussentijds liever niet, anders zakken de cupcakes misschien in. Na 20 minuten open je de ovendeur en prik je met een houten prikker in een cupcake om te controleren of de cupcakes gaar zijn. Wanneer er geen nat beslag aan de houten prikker blijft kleven kunnen de cupcakes uit de oven gehaald worden. Kleeft er nog wel nat beslag aan de houten prikker, dan laat je de cupcakes nog 5 minuten in de oven bakken. Controleer na 5 minuten weer of de cupcakes gaar zijn en haal ze uit de oven als dat zo is. Let op: iedere oven is anders, hierdoor kan de baktijd van je cupcakes verschillen!

Eenmaal uit de oven laat je de cupcakes goed afkoelen op een koel rooster. Als je een bakblik gebruikt: even een minuut in het bakblik zitten. Zet het bakblik bij voorkeur even op een rooster. Na een minuut haal je de cupcakes voorzichtig uit het bakblik. Je kunt het bakblik een beetje schuin houden zodat de cupcakes er langzaam uitvallen. Zo hoef je niet aan de papieren bakvormpjes te trekken en laten de papiertjes niet los. De papieren bakvormpjes laat je om de cupcakes zitten.

Zijn je cupcakes iets boller geworden dan gewenst, leg dan meteen nadat je de cupcakes uit de oven hebt gehaald een snijplankje op de cupcakes. Na ongeveer 1/2 minuut haal je het plankje er weer van af, je cupcakes zijn nu mooi plat.

Eenmaal afgekoeld zijn de cupcakes klaar om verder te decoreren met een topping - bijvoorbeeld de botercrème (zie hieronder). Of andere gezellige decoraties. Die 'plak' je vast met eetbare lijm bijvoorbeeld. Leef je uit!

Verse cupcakes die op de dag zelf zijn gemaakt zijn het allerlekkerst. Bewaar de gebakken en afgekoelde cupcakes 1 tot 3 dagen in een luchtdichte doos, buiten de koelkast. De cupcakes blijven zo lekker luchtig en ze drogen niet uit. Gebruik bij voorkeur een goed afsluitbare kunststof doos. Invriezen kan trouwens ook prima.

Als je wilt kan je de cupcakes versieren met een topping. Bijvoorbeeld botercrème.
Wat heb je nodig:

Voor de botercrème
150 gr biologische roomboter
30 gr honing
2 el mascarpone

Extra nodig
Spuitzak

Bereiden
Snijd de boter in stukken en doe samen met de honing in een kom. Mix het geheel mooi romig (ongeveer 8 min). *Voeg de mascarpone toe en spatel (dus niet mixen!) het erdoor. Niet te lang, anders gaat het schiften!

*Mocht je willen, dan kan je op dit moment ook een eetlepel jam (aardbeien, abrikozen.. wat jij lekker vindt) door het beslag doen. Voor een variatie op de botercrème. :-)







myTaste.be

zondag 19 februari 2017

Het natuurlijke verlangen naar verbinding

Langzaam ebt de muziek weg. Ik zie hoe de dansers tot stilstand komen op de laatste muzieknoot. Dan begint het geroezemoes en nemen vele monden de beweging over. Eerst zachtjes, dan wisselt iedereen volop uit. Ik kijk er vanaf de rand van de dansvloer naar. Ik zie de verbindingen, de blikken, de glimlachjes. De muziek begint weer. Nieuwe omhelzingen ontstaan en lichamen komen in beweging. Twee mensen samen in een bubbel. De hele vloer is vol bewegende energiebellen van verbindingen met danskoppels erin. Het is net alsof er een gigantische bellenblaas aanstaat ergens, zo zweven al die bellen over de vloer.




Wat is verbinding?

Ik slaak een zucht. Oh ja, die flow ken ik maar al te goed. (Lees hier mijn blog over tango.) Heerlijk is het. Samen in verbinding via de dans en tangomuziek. Zo duidelijk, zo aanwezig. Ik vind het een prachtig iets. Verbinding. De tango is in dit geval heel illustratief voor het dagelijks leven. Want in plaats van dansers op de vloer, kan je ook koppels in gesprek in een restaurant bijvoorbeeld bedenken.

Ik zoek verbinding in alle facetten van mijn leven; in het dansen met anderen, in het begeleiden van mensen in coaching, in goede gesprekken, in mijn relatie, in het opvoeden van onze kinderen. En soms is daar ineens het besef dat álles met elkaar verbonden is. Maar wat is nou eigenlijk verbinding? Die vraag heb ik mezelf al vaak gesteld. Voor mij is het geen ‘iets’. Verbinding is ruimte.

Elkaar de ruimte geven

Verbinding is ruimte waarbinnen we elkaar vinden, waar we aandacht hebben voor elkaar, waar er geluisterd wordt, waar begrip is. Waar we een versmelting kunnen ervaren met een ander. Soms fysiek met aanraking, soms op energetisch niveau. En dat kan ook met heel grote afstand tussen mensen, de Atlantische Oceaan kan er met gemak tussen liggen!

In verbinding zijn samen voelt intens en privé aan. Denk eens aan een gesprek of dans met iemand waarin je verbinding voelde. Denk je dan terug aan de woorden of danspassen? Of herinner je het gevoel dat je eraan over hebt gehouden? In mijn beleving gaat het niet om de woorden of passen. Het gaat om de verbinding. Ik geloof niet dat er zoiets is als de ‘perfecte’ verbinding. We zijn allemaal anders en elk moment kent zijn eigen dynamiek. Wel kan je dingen doen om een goede verbinding met elkaar te creëren.

Allereerst: om een goede verbinding te laten ontstaan geef je elkaar ruimte. En dat vraagt om een respectvolle houding.

Respect: ruimte voor de opvattingen van de ander

Respect voor de ander betekent elkaar genoeg ruimte geven om te kunnen bewegen en ademen. Zuiver in verbinding zijn met iemand vraagt van je om te zien wat er is zonder er iets anders van te willen maken. Wat ik daarmee bedoel is: geef ruimte aan elkaars opvattingen, zonder die te willen veranderen of te (ver)oordelen. Iedereen is anders en heeft andere dingen meegemaakt. Als je ruimte geeft aan hoe de ander is, dan hoeft er geen weerstand te zijn en is verdedigen van wie je bent of wat je denkt niet nodig. Als jij ruimte geeft aan de ander zodat hij of zij welkom is met alles wat er is, dan komt er vertrouwen. En in de basis van vertrouwen kan je open en kwetsbaar zijn.

Vertrouwen geven aan de ander en jezelf

‘Wat je uitzendt, trek je aan’ zegt het spreekwoord. Wil jij verbinden met anderen? Begin dan met jezelf. Verbinding komt tot stand met wat jij uitstraalt, met dat wat uit jou zelf stroomt. Als jij met jezelf worstelt of gestresst bent dan zijn dát de momenten waarop het niet lukt om te verbinden met anderen. Hoe dat komt? Je bent dan voornamelijk bezig om jezelf te vinden. Dat voelt wellicht niet fijn, maar betekent wel dat je in een groeiproces zit.

In die zoektocht kan het voelen of je de verbinding met jezelf kwijt bent. Nou lijkt dat misschien zo, maar volgens mij is dat niet waar. De verbinding met jezelf is er altijd. Wél kan je het vertróuwen in jezelf (tijdelijk) kwijt zijn. En dan overheerst al snel het denken met eventuele overtuigingen en angsten. Als jij vertrouwt op jezelf, als het oké is zoals je bent, dan durf je open en kwetsbaar te zijn. En wat je dan uitzendt zul je terug ontvangen. Dan nodig je de ander uit om in het vertrouwen wat tussen jullie stroomt zichzelf óók te laten zien. En de verbinding ontstaat bijna als vanzelf.

Wees eerlijk: zet je maskers af en wees jezelf

Dus, verbinding maken is trouw zijn aan jezelf. Je eigen flow en de flow van de ander respecteren. Dat kan voelen als een warme golf van energie. Echter, er is ook een andere kant van de glanzende medaille van verbinding. In de schaduwzijde kan je dus ook diepe eenzaamheid in een contact ervaren. De kunst is dan om terug naar jezelf te gaan. Kijk jezelf aan en wees niet bang om jezelf te laten zien. Wees eerlijk. Zet je angst, je maskers of overtuigingen uit de ruimte, spreek uit wat er speelt in jou. En zet de weg open naar verbinding met de ander die draait samen delen en jezelf (nog) beter te leren kennen.

Immense vrijheid

Het natuurlijke verlangen naar verbinding en versmelting is iets dat geleefd wil worden in iedereen. Een mens is als een waterdruppel. En wanneer gelijkgestemde waterdruppels in elkaars buurt komen willen ze samenvloeien. Verbinding maken is GEVEN vanuit jezelf. Het vraagt van je om te openen. Zonder iets terug te verwachten. Het verlangen naar verbinding ligt niet buiten jou, de ruimte hiervoor zit binnenin jou en gaat over helemaal jezelf kunnen zijn. En dát geeft een gevoel van immense vrijheid.

Het gesprek of de dans mag dan de speelplaats zijn, het thuiskomen in jezelf zit in de verbinding.



In mijn praktijk 'Puur op gevoel' en in mijn workshops 'Puur jij' begeleid ik mensen die (meer) in contact willen komen met het gevoel, zodat er ervaren van binnenuit ontstaat. Dat werkt heel bevrijdend, zorgt voor inzichten en maakt dat je gaat leven vanuit wie je ten diepste bent. Wil je meer weten? Neem dan contact met mij op voor een intakegesprek.

Wil je een berichtje ontvangen als er een nieuw artikel verschijnt? Schrijf je dan in voor mijn nieuwsbrief.







dinsdag 3 januari 2017

Knapperige haverkoeken met noten en zaden

Deze superlekkere koeken zijn een stevig tussendoortje of heerlijk bij een kop thee. Als ik ze bak maak ik meestal een dubbele hoeveelheid, want iedereen is er zo dol op dat ze zijn telkens weer in een oogwenk op zijn. Er zitten veel voedingsstoffen in, noten en zaden. Helemaal geen straf dus deze koeken en heel makkelijk om te maken. En dat is ook fijn.



Gebaseerd op een recept uit Goed Zoet.

Ingrediënten 
Nodig voor 8 flinke koeken
100 gram volkoren (spelt)meel
50 gram havermoutvlokken
30 gram rozijnen of abrikozen (in stukjes)
30 gram gehakte noten (bijv. amandelen) of pompoenpitten
20 gram sesamzaad
2 tl kaneelpoeder
2 tl (wijnsteen) bakpoeder
1 tl gemberpoeder
1/4 tl (keltisch) zeezout
100 gram biologische ongezouten boter of kokosolie
50 gram kokosbloesemsuiker
2 el water

Extra nodig
Grote kom
Bakpapier
Steelpannetje

Bereiden
Verwarm de oven voor op 170 graden en bekleed de bakplaat met bakpapier.

Meng in de kom alle droge ingrediënten: speltmeel, kokosbloesemsuiker, havermoutvlokken, rozijnen of abrikozen, noten, sesamzaad, kaneelpoeder, gemberpoeder, bakpoeder en zout.

Smelt de boter/olie in een pannetje op laag vuur.

Voeg de boter/olie en twee eetlepels water toe aan de mix en kneed tot je een geheel hebt. Vorm acht grote of 16 kleine koeken en leg ze op de bakplaat.

Bak de koeken in 15 tot 25 minuten tot ze lichtbruin zijn. De randjes moeten knapperig aanvoelen. Laat ze afkoelen op de bakplaat en bewaar ze in een afgesloten trommel.

Geniet ervan! Zo lang als het duurt. :-)




myTaste.be